Tips
zelf panoramafoto's maken
Een mooi landschap is vaak niet goed vast te leggen met één foto. Je hebt een bredere blik nodig! Het lukt ook niet met je groothoek lens? Een panorama is dan een uitkomst. Hiermee verruim je letterlijk het blikveld van de kijker. Hieronder hoe je een panorama maakt en wat je ervoor nodig hebt.
1.
Handmatig
De belichting dien je zelf in te stellen. Eenmaal de goede belichting gekozen, gebruik je deze instellingen voor alle foto’s (heb je bij elke foto diverse belichtingen, dan is hier geen panoramafoto van te maken. Fotografeer daarom op de M-stand (Manual). Het kan handig zijn om eerst testfoto’s te maken waarop je de juiste belichting, diafragma, witbalans en iso-waarde kunt testen.
Het gaat dan om de volgende instellingen:
- Witbalans: nooit op automatisch, maar op bijv. op zonnig of wolkt.
- Modus camera: Zet de camera op M (Manuale / Handmatig).
- ISO: Gebruik een vaste ISO waarde
- Diafragma: Gebruik bijvoorkeer diafragma tussen de f/8 en f/10 (de meeste scherptediepte en bij de meeste objectieven de beste kwaliteit).
Pas dit niet meer aan tijdens het maken van de foto's!
2.
Scherp
Bij panoramafotografie is het belangrijk dat je zelf de scherpte kiest. Als je automatisch scherpstel gebruikt kan de camera op een ander onderwerp scherpstellen of helemaal niet meer scherpstellen. Bij onscherpe foto’s is de gehele panoramafoto onbruikbaar. Het scherpstellen komt dus erg belangrijk.
Kies daarom voor scherpstellen op de volgende manieren: handmatig en eenmalig met de autofocus. Zet nadat je scherp hebt gesteld de autofocus direct uit. Zorg dat je tijdens het maken van de foto's niet meer aan de lensring zit, zet op het objectief de schakelaar van AF naar MF (AF = Auto foucus en MF = manual focus).
3.
Overlap
Zorg dat je foto’s overlap hebben. Dus wat je op de eerste foto aan de zijkant hebt, zet je bij de volgende foto ook weer in beeld, aan de andere kant van de foto. De software heeft namelijk herkenningspunten nodig om hiermee dan automatisch de foto's aan elkaar te kunnen verbinden. Bij te weinig overlapping is er geen of slecht herkenning mogelijk hierdoor kan de panoramafoto niet of slecht gemaakt worden.
Het beste is om tussen de 30 à 50% overlap te hebben. Liever 45% tot 50% (wel moet je dan foto’s maken).
4.
Filter
Gebruik tijdens het maken van de panorama geen polarisatie filter! Dit om ongelijke kleurtoon in de lucht te voorkomen in de panoramafoto.
5.
Statief
Zorg dat u goed stabiel staat (zeker als u geen statief gebruik)en maak de draai van uit uw heup, anders niet te veel bewegen.
Maar door een statief te gebruiken zullen de foto’s beter op elkaar aansluiten. De horizontale lijn is dan altijd even hoog en wijkt dan bijna niet af van de voor gaande foto's.
Denk goed na over de plek waar je het statief neerzet. Het statief en camera goed waterpas neerzetten. Hiermee voorkom je een golvende horizon op je uit eindelijke panoramafoto, wat veel tijd kost of zelfs niet meer recht te zetten is in de software. Let ook goed op of alles stabiel staat, je moet er toch niet aandenken dat je camera en objectief op de grond vallen.
Koop een goed statief (kost € 200,00 en meer) en panoramakop (kost € 300,00 of meer) als je serieuzer met panoramafotografie door wilt gaat.
6.
Portretstand
Je kan het beste fotografeer in de portretstand. Met portretstand doel ik hierbij op de oriëntatie van je camera (staand in plaats van liggend). Het voordeel van de portretstand is dat je uiteindelijke panoramafoto veel hoger zal zijn.
7.
Software
Een belangrijk onderdeel van panoramafotografie is de software. Dat gaat niet alleen om de fotobewerkingssoftware zoals, bijvoorbeeld, Adobe Photoshop. Maar ook de software waarme je de foto's aan elkaar koppelt (stichen) tot een panoramafoto.
Als u slecht af en toe een panoramafoto gaat maken kan je dit doen zonder extra kosten. Canon (PhotoStitch) levert bij veel van camera’s mee (EOS-, Powershot- en IXUS-camerareeks) en Microsoft heeft het programma: ICE (Image Composite Editor) (link buiten deze website). Maar als je in het bezit bent van Adobe Photoshop, kan je daar ook gebruik van maken.
8.
Beweging
Panoramafoto’s en bewegende voorwepen niet altijd in harmonie met elkaar. Fotografeer je in een omgeving waar bijvoorbeeld auto’s rijden of mensen lopen, dan kan het zijn dat dezelfde persoon of auto op meerdere of op een gekke manier op de panoramafoto staat. Voor de meeste gevallen is dit te voorkomen door tegen de stroom in te fotograferen. Dat lukt goed als mensen, auto’s en fietsers nagenoeg allemaal dezelfde kant op gaan. Dan beweeg jij de camera de andere kant op. Een andere oplossing is meer tijd tussen de foto's te laten verstrijken. Dan is die ene auto, fietsers of voetganger meestal wel uit beeld verdwenen.
Dit is ook van toepassing op wolken die soms erg snel door de lucht vliegen.